Elke twee dagen verdwijnt er meer dan 1 hectare open ruimte in Vlaams-Brabant
Op zes jaar tijd verdween er 1.391 hectare aan open ruimte, dat is gemiddeld 0,62 hectare per dag. Het ruimtebeslag bestaat vooral uit huizen en tuinen (43%) en transport-infrastructuur (17%). Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Vlaamse provincies.
Uit het rapport voor Vlaams-Brabant blijkt ook dat 65% van de ruimte open ruimte is, waarvan bijna de helft akkers (48%), bijna 30% grasland en 18% bos is. 14% van de oppervlakte is verhard. Het nieuw rapport met cijfers over het gebruik van de ruimte is via de online tool provincies.incijfers.be. Iedereen kan er informatie over open ruimte en ruimtebeslag, (toegankelijke) groene ruimte, bebouwingsgraad, verharding, bestemming van ruimte en leegstand in zijn/haar gemeente in opvragen.
Leuven
Uit de statistieken kan men afleiden dat het ruimtebeslag (wonen, industrie, handel, infrastructuur) in Leuven hoger is dan gemiddeld in de centrumsteden en er dus minder open ruimte is. Maar de verharding binnen het ruimtebeslag ligt in Leuven lager en de oppervlakte aan groene ruimte binnen het ruimtebeslag is hoger dan gemiddeld in de centrumsteden.
Hageland
In het Hageland is er nog meer open ruimte dan gemiddeld in Vlaanderen en Vlaams-Brabant. Slechts een vierde van de oppervlakte wordt ingenomen door ruimtebeslag. Maar daartegenover staat dat het ruimtebeslag in het Hageland niet erg efficiënt wordt gebruikt: er wonen slechts 12 inwoners per ha ruimtebeslag. Er is dus veel ruimte in per inwoner. Terwijl elders het aantal inwoners per hectare ruimtebeslag stijgt, daalt dit zelfs nog in het Hageland. Tegelijk stijgt de oppervlakte van het ruimtebeslag. Dat komt doordat er nog steeds vrijstaande woningen bijgebouwd worden, terwijl de bevolking niet meer toeneemt. In het Hageland wordt dus meer (open) ruimte ingenomen voor evenveel mensen. Zonder de steden van het Hageland (Aarschot, Diest en Tienen) is dit nog meer duidelijk: het aantal inwoners per ha ruimtebeslag daalt in het landelijke Hageland, terwijl dit gemiddeld stijgt in Vlaams-Brabant en Vlaanderen.
