Kledingzaak Van Dessel bestaat al vier generaties in Tremelo

Pop-up DEJA VU
De familie Van Dessel baat in het centrum van Tremelo al vier generaties de bekende gelijknamige kledingzaak uit. Al lijkt met achterkleindochter Femke ook de laatste generatie haar intrede te hebben gedaan.

De exacte oprichtingsdatum vinden ze niet. Maar het moet ergens eind jaren’30, begin jaren ‘40 zijn geweest dat overgrootvader Marcel Van Dessel, Sel voor de vrienden, er dagelijks met de fiets, met houten bakken voor- en achterop,  op uit trok om deur aan deur kleren, linnengoed, keuken- en sponshanddoeken te verkopen. Alles was in grote doeken gewikkeld om ze nadien bij de geïnteresseerden in Tremelo, Baal en Schriek uit te stallen. Zo vertelt kleindochter Frieda, zoals het familieverhaal van generatie op generatie wordt doorgegeven. “Op een bepaald moment werd de bakfiets ingeruild voor een marktkraam”, aldus Frieda. “De dingen die hij verkocht veranderden niet.” Later opende hij even een winkel in de Kerkstraat, dan verhuisde die naar de hoek van de Schrieksebaan, waar nu een kapsalon is. “’In ’t klakske heette dat toen”, gaat ze verder. “Want zijn specialiteit waren dus klakken.” 

De winkel zoals iedereen hem in Tremelo en omstreken kent, werd gebouwd in 1950. “Achteraan stond een naaimachine”, herinnert Frieda zich. “Daar werden de keuken- en sponshanddoeken, die op rollen werden binnengebracht, omgezoomd nadat ze in stukken waren gesneden.” Als klein meisje vond je haar vaak in de winkel. “Toen al hielp ik graag mee”. Intussen was ook haar vader Victor mee in de zaak gestapt. Als marktkramer, want dat marktkraam hadden ze ook behouden. Toen (over)grootvader Sel ziek wed, nam vader Victor de winkel over. En sinds haar 16de werkt ook Frieda in de familiezaak,  waarvan ze sinds 1998 zaakvoerder is. Op woensdag stonden we met ons kraam op de markt in Haacht”, blikt ze terug. “Ik moest dan altijd al om 11 uur van school naar huis komen om mee te werken.” Hard werken ja, maar spijt heeft ze nooit gehad. “Ik heb nooit iets anders gekend”, bekent ze. “Ik heb het altijd graag gedaan.” 

In 2004 kende de zaak met grootse verbouwingen een gronde transformatie. Een jaar later stapte ook achterkleindochter Femke (40) in de zaak. Samen met mama Frieda (65) staat ze sindsdien dagelijks in de winkel. Al heeft Femke wel eerst iets anders gedaan. “Ik vond dat ze eerst iets anders moest doen”, aldus Frieda. Maar het bloed kruipt waar het niet kan gaan, en zo kwam toch ook Femke weer naar de winkel. 

Doorheen de jaren zag Frieda tal van veranderingen. “Ik weet nog goed dat er vroeger twee soorten nachtjaponnen waren: een blauwe en een roze”, vertelt ze lachend. “Ook voor beddenlakens was dat zo, je had eentje voor één personen en een ander voor twee personen. Kiezen was toen heel gemakkelijk.” En als er ondergoed werd gekocht, dan deed je dat voor minimum 12 stuks. “Een kookwas had je vroeger maar om de vier weken, dus je moest wel veel reserve hebben.” Ook een ‘snelzeiker’ hadden ze in de aanbieding, voor de mensen die op het land werkten en zo gewoon hun benen moesten openen om te kunnen plassen. “Je kon hier vroeger binnenkomen en helemaal nieuw gekleed weer naar buiten gaan”, blikt Frieda terug.  Intussen is de kinderkledij uit het aanbod verdwenen.” 

Binnenkort zal wellicht ook Frieda een stap opzij zetten om de zaak aan haar dochter Femke over te laten. Maar aangezien Femke geen kinderen heeft, zal zij misschien de laatste Van Dessel zijn die de zaak verderzet. Maar zover zijn we nog niet.

Conny Justé

Lees meer over