Schutterstoren De Toewip in Leuven wordt beschermd monument: "Laatste torenwip van Vlaams-Brabant"

Toewip

De Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) beschermt De Toewip in de Diestsestraat in Leuven voorlopig als monument. Het is de laatste torenwip in de provincie en vormt, gecombineerd met het café, een uniek stuk erfgoed.

“In 2020 ging de schutterstoren in Wetteren verloren in een brand. Op dat moment was dit de enige beschermde schutterstoren in Vlaanderen. Ik vroeg daarom aan het agentschap Onroerend Erfgoed om alle schutterstorens in Vlaanderen uit de periode 1923-1956 te inventariseren en om te onderzoeken welke torens beschermenswaardig zijn. Daarbij werd gekeken naar hun architecturale, culturele en historische waarde, maar ook werd onderzocht of de traditie van het boogschieten nog levendig is. Op basis van dit onderzoek start ik nu de beschermingsprocedure op voor De Toewip in Leuven. Ook voor een tweede schutterstoren in Ronse wordt de beschermingsprocedure opgestart", vertelt Diependaele, minister van Onroerend Erfgoed. 

“De Toewip in Leuven is de laatste torenwip in Vlaams-Brabant. Samen met het legendarische café vormt de toren een uniek stukje erfgoed. Beiden werden tijdens het interbellum gebouwd zodat schuttersmaatschappijen hun sport ook in de winter konden uitoefenen. Door De Toewip te beschermen zorgen we ervoor dat het monument en de traditie levendig blijven”, klinkt het. 

“De 32 meter hoge Toewip in Leuven werd in 1936 gebouwd. Ze kwam er op vraag van de op dat moment opkomende en populaire schuttersmaatschappijen. De interbellumschutterstoren rijst als een beeldbepalend volume boven de herberg ‘In de Toewip’ en de omgevende panden uit. Zoals gebruikelijk was de metalen skeletconstructie oorspronkelijk bekleed met kunstleien en verlicht door boven elkaar geplaatste ramen. Uitzonderlijk is de opdeling in twee ruime binnentorens met elk een staande wip. Via een schuifsysteem met wieltjes worden de prangen met de ‘vogels’ met een touw op en neer gehesen op de metalen wippen", zeggen Erwin Verbeken en Wieland Verbrugghe van N-VA Leuven, beiden begaan met Leuvens erfgoed.

“De massale bouw van schutterstorens tijdens het interbellum was het gevolg van zowel maatschappelijke als technische evoluties. Enerzijds was er de groeiende vraag van de succesvolle schuttersmaatschappijen om ook in de winter te kunnen boogschieten. Anderzijds werd de constructietechniek in metaal goedkoper en dus toegankelijk. Mooi bewaard is ook de art-deco-architectuur uit 1936 van de herbergpui aan de straatzijde. Het voorgeplaatste gevelfront met verdiept portaal en gevelbrede vensters werd door het Brusselse Huis Claes bekleed met kleurrijke tegels, geïmporteerd uit Tsjecho-Slovakije", klinkt het nog.

 Na de voorlopige bescherming organiseert de stad Leuven een openbaar onderzoek. Op die manier heeft iedereen de kans om opmerkingen of bezwaren kenbaar te maken bij de stad.

Toewip

Lees meer over